Nicolien Mizee werd in 2019 bij het grote publiek bekend met haar roman “Moord in de moestuin”. Het werd ook boek van de maand bij De Wereld Draait Door, destijds een bekend tv-programma. Maar ze geldt al sinds haar debuutroman Voor God en de Sociale Dienst in 2000 als geheimtip voor literatuurliefhebbers.
Mizee (59) woonde meer dan tien jaar in de Prévinairestraat, waar ze haar eerste drie boeken schreef. Hoe ze in het appartement boven de Kluswijs belandde, is een verhaal op zich. En bij alle verhalen van Mizee geldt de ijzeren wet – Iemand wil iets, dat gaat mis en vervolgens gebeurt er wat anders.
Iemand wil iets, dat gaat mis en vervolgens gebeurt er wat anders
Ik huurde elders in Haarlem, en het pand werd verkocht – maar dan moest ik wel vertrekken. Als oplossing voor mij zou elders een nieuw appartement gekocht worden, dat ik vervolgens zou mogen huren. Dus ik ben per taxi langs veel huizen gereden, ik mocht van de makelaar wat uitkiezen. Het appartement in de Prévinairestraat vond ik zó schitterend, dat ik het snel zelf heb kunnen kopen. In de jaren negentig was het nog te betalen.
Uitzicht over de Zijlweg aan de ene kant en de tuinen van de Pieter Kies aan de achterkant. Door alle schuine wanden was het onpraktisch, ik kon niets aan de muur hangen en had ook geen tafel. Maar ik genoot van het huis. Mijn kat Juno struinde over de daken en de tuinen, hij werd alleen af en toe lastig gevallen door een grote witte pluizige terreurkat die ik destijds Osama noemde.
Ik heb Juno eens van angst vier etages naar beneden zien springen, in de brandgang achter de Kluswijs, Hubo, Fixit – of hoe het toen ook heette. Dezelfde aardige jongens als nu in ieder geval. Nog steeds kom ik graag bij de Kluswijs. En bij Kaptino, ik kocht er een bureaustoel en ze droegen hem vervolgens acht trappen op naar boven naar mijn huis. Ze hebben ook het beste printpapier.
Ik heb de Garenkoker trouwens nog jarenlang rondgebracht, samen met mijn petekind. En illustrator Thé Tjong-Khing bezorgde hem ook.
Nicolien Mizee’s Vogelgids
‘Kijk eens achter je, in de tuin? Daar smullen twee staartmeesjes van de pinda’s in het vogelhuisje. Met beschermconstructie rondom tegen katten, meeuwen en kauwen.’
Naast romans, briefbundels uit de serie Faxen aan Ger en een kinderboek schreef ze een vogelgids. Met zelf getekende vogels, oorspronkelijk bedoeld om de vogeltjes uit elkaar te kunnen houden. ‘Alleen inheems vogels hoor, die buitenlandse vogels is geen beginnen aan. Sommige vogels zijn veel minder zeldzaam dan mensen denken. Neem nou de schitterende ijsvogel, die komt best veel voor. Hij heeft alleen moeite met overleven in strenge winters. Raar voor een vogeltje met zo’n naam. De global warming is inderdaad goed nieuws voor familie ijsvogel’.
De koning van de Prévinairestraat
De man die zich gedroeg als de koning van de prévinairestraat, dat was de huismeester van het appartementencomplex. ‘Peter verving de lampen op de galerij, besproeide de geveltuintjes, het was echt een manusje van alles. Ontzettend handig’.
In Een licht bewoond eiland beschrijft Mizee de strubbelingen binnen de VVE van het complex aan de Prévinairestraat. Een fietsenrek voor de deur ging niet door omdat een andere bewoner bezwaar maakte tegen het verdwijnen van een parkeerplaats.
‘Huismeester Peter is later via een soort staatsgreep van het ene moment op het andere door een groepje jonge nieuwe bewoners afgezet. Verschrikkelijk was het.’
Toen Mizee een relatie kreeg met haar man Rob, bleek gezelschapsdier Juno moeite te hebben met het wonen in twee huizen. En verliet ze met pijn in het hart het Garenkokerskwartier. ‘Maar wel wilde ik eerst trouwen, ik wilde mijn eigen stek niet opgeven voor een tijdelijke bevlieging’
Pestvogels in de Hoofmanstraat
Naast de winkels op de Zijlweg is er nog een bijzonder stukje in het Garenkokerskwartier. We kunnen de vogelgids er weer op naslaan. In de Hoofmanstraat kun je pestvogels tegenkomen. Het blijken geen vervelende, treiterende vogels. De naam komt omdat men vroeger dacht dat ze onheil verspreidden.
Het volgende boek uit de serie faxen aan Ger verschijnt in mei: Ik kus uw handen duizendmaal.
Foto van Tessa Posthuma de Boer.