‘De Sierkan’ werd opgericht in 1902 op de hoek van de Zijlweg en de Zijlsingel. De fabriek verwerkte zuivel tot een reeks aan melkproducten. Een zogenoemde “melksalon” maakte deel uit van het monumentale en grote bedrijfscomplex. Die melksalon lag in de ‘knik’ van het gebouw en er was van daaruit breed uitzicht in de richting van de Zijlstraat.
In de jaren ’50 wilde het bedrijf het assortiment aan producten uitbreiden. Zo begon het bedrijf in 1957 met het maken van consumptie-ijs. Ongeveer in dezelfde periode is de indeling van de fabriek gewijzigd. De melksalon sloot en een een ijswinkel opende, met ingang aan de Zijlweg. Midden jaren ’60 werkte de vader van mijn beste vriend als hoofd van de afdeling administratie bij De Sierkan. De verkoopster – ik zie haar nog voor me – wist dat en ze stopte ons zo af en toe wel eens een ijsje-naar-keuze toe wanneer we ‘toevallig’ passeerden naar of vanuit het centrum.
Vakantiebaantje in de ijsfabriek
In 1967 of 1968 kreeg ik met vier vrienden een vakantiebaantje in de ijsfabriek aan de Ruychaverstraat. Afwisselende klusjes in één van de productielijnen, in de verpakkingsafdeling of in de vriescel. Of, als je geluk had in de bereiding van chipolatapudding, waar je alleen maar hoefde op te letten dat er niets misging. De vaste ploeg ijsbereiders bestond onder meer uit ene Rinus en een man die Panda werd genoemd. Vermoedelijk vanwege zijn gedrongen gestalte en zijn relatief grote, vierkante hoofd. Verder waren er twee luidruchtige, regelmatig scandaleuze taal uitslaande dames ‘van het type Ans en Bep’.
Meneer Panda
‘Meneer Panda’ was in symbiose met een machine, die bekertjes roomijs losliet op een draaischijf. Vanaf de draaischijf verpakten andere medewerkers ze handmatig. Dat ging bij hem altijd goed. Soms werd hij ‘gepest’ en verbannen naar een andere productielijn. Dan werd een van de vakantiewerkers op zijn plaats gezet en liep de zaak steevast in het honderd. Miste je één bekertje, dan was dat niet meer in te halen en moest de machine uiteindelijk worden stopgezet. Vervolgens mocht ‘Mijnheer Panda’ terug naar zijn machine en draaide de zaak weer als een lier.
Abdoela
Naast bovengenoemden had je ook nog Abdullah, een bijzonder aardige vent van achteraf niet meer met zekerheid te identificeren Noord-Afrikaanse origine. Nog jarenlang spraken we elkaar soms in het Haarlemse kroegleven. Abdoela – van de spellingswijze ben ik verre van zeker – was ongetwijfeld ‘van Allah los’ en misschien dat je juist daardoor behoorlijk met hem kon lachen. Een blinkende gouden tand schitterde je dan tegemoet van onder zijn altijd ondeugende blik.
Geen onbeperkte chipolatapudding
Nadat we eerder mondjesmaat ijs toegeschoven hadden gekregen in de winkel op de hoek, konden we ons in de fabriek naar hartenlust volproppen met bekertjes roomijs, ijshoorntjes, ijslollies (Green Spot) en choco ijs. Alleen ‘onbeperkt chipolatapudding eten’ was er niet bij. Nadat in 1969 als eerste de ijsproductie naar Hoorn was verhuisd (het begin van de Horna-wafelijsjes), viel in 1971 het doek voor ‘De Sierkan’ in Haarlem. De gebouwen van het bedrijf verdwenen in 1974 door sloop uit het stadsbeeld.