Ergens in ons zonnestelsel suist een bijzondere planetoïde zijn baantjes rondom de zon. Deze kleine planeet heet (7973) Koppeschaar, vernoemd naar wetenschapsjournalist en sterrenkundige Carl Koppeschaar (68) uit de Boreelstraat.

“In het jaar 2000 vernoemde de Internationale Astronomie Unie een kleine planeet naar mij, een enorme eer natuurlijk. Waarschijnlijk heb ik het te danken aan de boeken die ik heb geschreven over de Maan, en mijn voorspelling dat er ijs zou liggen op de zuidpool van onze maan. Voor een planetoïde is het een zware jongen, met een diameter van 7 kilometer. De planetoïde die het einde betekende van de dinosaurussen was tweemaal zo groot, maar de meeste zijn een stuk kleiner.”

“Vanaf de zon is het rijtje planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Koppeschaar, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto – maar die laatste is een dwergplaneet dus mag je weglaten” schatert Koppeschaar.

“Allemaal leuk en aardig, maar echt trots ben ik op mijn cameo’s in de Donald Duck als Karel Scharrekop, professor Knipscheer en Karl Kapperschaar. Dat is destijds niet helemaal toevallig gegaan. Ik schreef vijfentwintig jaar voor het populair wetenschappelijk tijdschrift KIJK. Op de etage boven ons zat de redactie van de Donald Duck, en daar hadden we altijd veel lol mee.”

Figureren in de Donald Duck is misschien wel net zo mooi als een vernoeming van een planeet? Nee, ik heb de planeet zelf nooit kunnen waarnemen door de telescoop. Daar moet je een hele grote kijker voor hebben, op een professionele sterrenwacht zoals in Chili. En los van het feit dat ze er geen dure waarnemingstijd aan gaan besteden, staat het planeetje lang niet altijd gunstig aan de horizon.”

Tegenwoordig is Carl druk in de weer als directeur van ‘Vierkant voor Wiskunde’ bij het Centrum Wiskunde & Informatica in het Amsterdamse Science Park. Daar probeert hij jongeren te interesseren in wiskunde, door middel van boeken en zomerkampen.